B. De lijdende vorm
6.
We maken onderscheid tussen "bedrijvende zinnen" en "lijdende zinnen". Een zin is bedrijvend als het onderwerp in die zin de handeling verricht die door het gezegde wordt aangegeven.
*He has repaired his bike.
In deze zin is het onderwerp degene die de handeling heeft verricht en dus hebben we te maken met een bedrijvende zin. In een lijdende zin is de situatie omgekeerd. Het onderwerp in zo'n zin verricht de handeling niet, maar ondergaat deze. In het Nederlands wordt er in zo'n geval altijd gebruik gemaakt van een vorm van "worden of zijn + voltooid deelwoord". In het Engels wordt gebruik gemaakt van een vorm van "to be + voltooid deelwoord".
*The bike has been repaired by him.
=De fiets is door hem gerepareerd.
Of:
*The house was painted by him.
=Het huis werd door hem geschilderd.
Je kunt een zin lijdend maken door het lijdend of meewerkend voorwerp in de bedrijvende zin, onderwerp te maken in de lijdende zin.
*She writes a letter. = (lijdende voorwerp is "a letter")
=A letter is written by her.
Als in een zin een "meewerkend voorwerp en een lijdend voorwerp voorkomen, kan in de lijdende zin ook het meewerkend voorwerp
tot onderwerp worden.
Bijv.: They offered me a good position
In deze zin is "me" het meewerkend voorwerp en "a good position" het lijdend voorwerp. Je kunt de zin nu op twee manieren lijdend maken:
*A good position was offered to me.
*I was offered a good position.
Ander voorbeeld:
*Mij is verteld dat het onmogelijk is.
*I have been told that it is impossible.
*I was offered a good position
Ook: A good position was offered to me
7. Een werkwoord met een vast voorzetsel drukt vaak één gedachte uit: to look for = zoeken; to laugh at = uitlachen; to account for = verklaren. Het voorwerp dat op het voorzetsel volgt (= het voorzetsel-voorwerp) kan het onderwerp van een lijdende zin worden.
*Everybody laughed at him
*He was laughed at by everybody.
*The agent disposed of the parcel (=van de hand doen).
*The parcel was disposed of by the agent.
8. Ook een werkwoordelijke uitdrukking (werkwoord + lijdend voorwerp + voorzetsel) heeft vaak de betekenis van één werkwoord: to put an end to = to finish, to take care of, to pay attention to, to set fire to. Het voorwerp dat op zo'n werkwoordelijke uitdrukking volgt, kan eveneens het onderwerp van een lijdende zin worden.
*Ze verloren hem uit het oog. = They lost sight of him.
*Hij werd uit het oog verloren. = He was lost sight of.
*Ze namen de goederen in ontvangst.
=They took delivery of the goods
*De goederen werden in ontvangst genomen.
=The goods were taken delivery of.
9. In enkele van deze werkwoordelijke uitdrukkingen kan het zelfstandig naamwoord worden voorafgegaan door no, little, great, much. In dat geval zijn er twee lijdende zinnen mogelijk.
*Zij schonken geen aandacht aan mijn woorden.
=They paid no attention to my words.
*Er werd geen aandacht aan mijn woorden geschonken.
=My words were paid no attention to.
of:
=No attention was paid to my words.
C. Er
10. Een Nederlandse lijdende zin die met "er" begint, wordt op verschillende manieren vertaald.
1. Als het onderwerp een zelfstandig naamwoord is, wordt "er" niet vertaald en het onderwerp wordt aan het begin van de zin geplaatst.
* Er wordt in dit deel van het land veel koren verbouwd.
=Much corn is grown in this part of the country.
* Er werd geen poging gedaan om de schade te vergoeden.
=No attempt was made to make good the damage.
2. Als het onderwerp een infinitief of een bijzin is, wordt "er" vertaald door "it".
*Er werd besloten de aandelen te verkopen.
=It was decided to sell the shares.
*Er wordt verwacht, dat de prijzen zullen stijgen.
=It is expected that prices will rise.